Sinds ik kindjes heb, voel ik me een stuk kwetsbaarder. En die kwetsbaarheid werd nog eens benadrukt toen ik met Boris (7 maanden) in de ambulance belandde.

Het was dinsdagmiddag, rond half 3, toen ik een appje kreeg van mijn schoonmoeder die oppaste op de jongens. Boris was niet lekker, of ik naar huis wilde komen om even naar hem te kijken. Manlief Stefan zat op dat moment voor zijn werk in een vliegtuig richting Istanbul, en dus nam ik de tram naar huis. Eenmaal thuis trof ik Boris op schoot bij oma aan. Ik vond hem er op zich nog wel oké uitzien en liep met Ruben mee naar de wc. Ruben vroeg nog: “Mama, moet Boris naar het ziekenhuis?”. “Nee, natuurlijk niet”, stelde ik hem gerust. Het viel best mee, toch?

Niet dus. Want slechts een paar minuten later spuugt Boris en raakt hij bewusteloos. Ik lijk niet goed te beseffen wat er gebeurt, maar grijp toch mijn telefoon uit mijn tas en bel 112. De man aan de andere kant van de telefoon stelt allerlei vragen en ondertussen lijkt het of al het leven uit Boris verdwijnt. Hij hangt slap in mijn armen, ziet lijkbleek en even schiet het door me heen dat dit het was. Ik voel me steeds radelozer worden, maar toch blijf ik rustig. De meneer van de alarmcentrale zegt me waar de ambulance is en raadt me aan Boris dicht tegen me aan te houden. Ik kan ook niet anders. Dit jongetje dat nergens meer op reageert kan ik nog niet loslaten.

Een paar minuten later komt de ambulance met sirenes de straat in rijden. Twee grote mannen met zware koffers komen naar binnen en leggen Boris op de eettafel. Aan zijn voetje worden slangetjes bevestigd. Boris reageert weer een beetje, maar moet wel mee naar het ziekenhuis. We verzamelen wat spullen en even later draag ik hem in zijn maxi cosi de ambulance in. Voor een brancard is hij met zijn 7 maanden nog veel te klein.

We rijden naar het ziekenhuis en ik zie dat Boris gelukkig zijn oogjes open heeft. In de tussentijd denk ik aan een geschrokken Ruben die ik in de tuin achterliet met zijn armpjes om zijn opgetrokken knietjes heen. Gelukkig is zijn oma nog bij hem. Ik denk aan Stefan die in het vliegtuig zit en geen idee heeft wat er zich thuis heeft afgespeeld. Ik blijf Boris aankijken, veel te bang om hem weer te verliezen.

In het ziekenhuis wordt Boris onderzocht en na anderhalf uur heb ik Stefan aan de telefoon. Ik vertel hem wat er is gebeurd en hoor de verbijstering in zijn stem. Hij lijkt niet te bevatten dat ik hem vertel over ons kind. Een avondvlucht naar huis zit er niet meer in. Ik ben zo blij als mijn moeder ineens in het ziekenhuis verschijnt, sta ik er toch niet helemaal alleen voor.

De kinderarts vertelt ons dat alles goed is met Boris. De onderzoeken hebben niet geks opgeleverd en het meest waarschijnlijke is dat hij spuug in zijn luchtpijp heeft gekregen. Zijn lichaam heeft hier op gereageerd door even helemaal out te gaan. De kinderarts verzekert me dat deze gebeurtenis al heel zeldzaam is en dat we een hele kleine kans hebben dat dit nog een keer gebeurt. We gaan weer naar huis, de plek waar Boris hoort te zijn.

In de dagen die volgen voel ik me ontdaan. En eigenlijk voel ik me dat nog steeds. Ik ben blij dat het zo goed is afgelopen, maar de schrik zit er aardig in en ik kan er nog steeds niet goed over praten. Aan de telefoon lukt wel, maar face-to-face wordt het een stuk ingewikkelder. Ik zie steeds het levenloze lijfje voor me en de lange minuten die we moesten wachten op de ambulance, komen steeds weer terug. Het scheelt dat Stefan weer thuis is en dat ik alles tegen hem kan vertellen. Mijn moeder heeft in het ziekenhuis foto’s gemaakt van mij en Boris samen. Op de foto’s ziet hij er zo klein, ziek en kwetsbaar uit, maar het helpt me wel om er naar te kijken. Ik zie een vrolijke baby voor me spelen en het is een wereld van verschil met het zieke mannetje op de foto. Eén ding heb ik me voorgenomen: ik ga nog meer van mijn jongens genieten, als het even kan iets minder werken en blijf vooral heel goed luisteren naar mijn moedergevoel.

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren